A.F.A.M. Wetzer, 19 mei 2011
Anton van Duinkerken (pseudoniem voor prof. dr. W.J.M. Asselbergs, 1903-1968) was een uit Bergen op Zoom afkomstig criticus, essayist en literatuurhistoricus. Deze gevoelige dichter werd in 1952 benoemd tot hoogleraar in Nijmegen. Hij was echter ook een boeiend spreker en een geestig improvisator; een rondborstige Brabander die van het goede leven hield en menig café van binnen kende. Ook in 's-Hertogenbosch. Zo bezocht hij bijvoorbeeld op 17 december 1930 de Raadskelder. Op verzoek schreef hij een versregel in een boekje dat de roemruchte geschiedenis van deze kelder beschreef:
„Ziet toe dat gij niet uit den beker morst
Kennelijk sloeg dit zo aan, dat hij enkele uren later (17/18 december, klokslag 12 uur) in het boekwerkje een uitvoeriger gedicht, 'een improvisatorische hymne' over deze kelder schreef.Ons eerst' en laatst' gevoel is dorst.”
Wie in den Bossche kelder zit,
Van Duinkerken zou nog vele malen terugkeren in Den Bosch. In 1953 bijvoorbeeld. Het was trouwens toch een jaar waarin een aantal culturele activiteiten plaats vond in de stad. Zo was in mei de Vrije Academie geopend in de Tolbrugstraat, als de jongste tempel der muzen. Op het openingsfeest waren hoge hoeden en smokings verboden, terwijl op de deur het bordje hing: 'Atelier. Sociëté de l'Amusement artistique'. Veur in en achter der uit'.verliest zichzelf in Uw bezit O, Bacchus Evoë! Doch schooner droombeeld ken ik niet dan 't welk de drinker voor zich ziet Die gansch en al zichzelf verliet O, Bacchus Evoë! En heel het leven over zweeft terwijl hij in een kelder leeft O, Bacchus Evoë. Een mensch wordt men dan menschen zijn Onder den invloed van den wijn O, Bacchus Evoë. En daarom neem ik er nog twee O, Bacchus Evoë. Terug naar Van Duinkerken. In 1953 zat Anton met enkele jonge kunstenaars (onder wie de legendarische Domien van Gent) uit Den Bosch en omgeving in het café De Bonte Os, op de hoek van de Kerkstraat en de Parade. Vanzelfsprekend werd er druk gediscussieerd. Het slot van het liedje en van de avond was dat besloten werd het café een andere naam te geven: ze zou voortaan naar de meestgelezen dichtbundel van Anton van Duinkerken genoemd worden: Hart van Brabant, dat hij in 1936 publiceerde. Zo gebeurde het, en al bijna dertig jaar draagt de drukbezochte gelegenheid de naam 'Hart van Brabant'.
|
1992 |
Henny MolhuysenVerhalen en legenden : De Bonte OsBrabants Dagblad vrijdag 29 mei 1992 (foto) |
19?? | Gez. van Gent |
1928 | A. van den Wollenberg |
1943 | J.J. de Wit (café 'De Bonte Os') |
1967 | Bedrijfsruimte en opslagplaats t.b.v. Hart van Brabant |
1991 | A. Manders (café Hart van Brabant) |